
Na zoveel jaar op deze aarde wist ze heus wel dat vrijwel niemand 100% tevreden was over z’n woning. Bij de een is die zogenoemde achilleshiel een boom die het zonlicht wegneemt tussen 14:00 en 16:00 uur, precies als de buren niet thuis zijn en je ongestoord in je nakende niksie in de tuin zou kunnen liggen. Balen.
Bij de ander is het een witte keuken die wit móet blijven van de woningbouw, ondanks dat er al jaren kleurstaaltjes klaarliggen om het geheel om te toveren tot een waar kleurenparadijs waar de gemiddelde pauw bij zou verbleken.
Er zijn mensen die ooit een kast erfden van hun grootouders en hem uit plichtsbesef niet weg durven doen, ook al hebben ze in hun hele leven niet zo’n monsterlijk ding gezien. En dan heb je natuurlijk nog de mensen die, geheel on trend, met een jaren ’70-badkamer in huis zitten. Geweldig natuurlijk — zij het niet dat hun stijl meer Jan des Bouvrie op z’n strakst is.
Dat zij óók zo’n achilleshiel had, was dan ook eerder logisch dan verbazingwekkend. De hare was zo’n 1.60 hoog, slank van postuur en had een verbeten, wraakzuchtige blik in z’n ogen, wat hem de bijnaam het nare kleine mannetje opleverde.
Was die blik (en die naam) er altijd geweest? Nee, zeker niet. Vroeger was er zelfs een vriendelijke hoi-doei-relatie. Maar toen werd het mannetje ongelukkig en helaas voor haar behoorde hij niet tot de categorie stille lijder. Hij hoorde ook niet bij de vermoeiende lijder (je weet wel, van die mensen die het liefst zo vaak mogelijk van de daken schreeuwen hoe zielig ze wel niet zijn). Nee, het mannetje behoorde tot het ergste type: de wraakzuchtige lijder. “Als ík niet gelukkig ben, mag niemand het zijn,” werd zijn lijfspreuk.
Het werd zijn levenswerk om haar en haar naasten ongelukkig te maken en ze baalde er enorm van dat ze moest toegeven dat dat lukte. Sterker nog: ze werd bang. Steeds vaker betrapte ze zich erop dat ze rondkeek of hij in de buurt was. Dat ze controleerde of hij z’n mini-mannetje (waar ze steeds vaker mee werd geconfronteerd) wel bedekt hield. Dat ze bezig was met het voorspellen van zijn volgende actie. Een onmogelijke opgave, want zelfs haar vrij creatieve geest had nooit kunnen voorzien dat ze hem op een avond zou aantreffen met z’n broek op z’n knieën, een haan op zijn schouders, en al plassend op haar schutting, met op volume maximaal Duitse schlagers.
Of in z’n nakende niksie, met een draaiende slijpschijf, de buren aanvallend. Of... nou ja. Je snapt het idee.
Meer dan anderhalf jaar (en dat is lang, écht lang. Ik bedoel: in die tijd kun je twee baby’s afbakken, bij wijze van) hield deze eindeloze blessure aan. Tot er plots, met een klap, een einde aan kwam en het nare kleine mannetje werd afgevoerd.
Weken, misschien wel maanden, duurde het voor de stresshormonen in haar lijf weer zakten. Tot ze op een dag merkte dat ze de hele dag nog niet aan hem had gedacht. Of de omgeving had afgespeurd. Er kwamen weer nieuwe spullen en kleuren in huis en haar brein maakte overuren. Dit keer niet van stress, maar van nieuwe creatieve plannen. Wat een verademing. Als een droom na een eindeloze nachtmerrie.
Het lijkt bijna wel op een sprookje, hè? Zie je haar al in een blauwe prinsessenjurk langzaam het beeld uitlopen, terwijl de muziek aanzwelt en in de verte een prins op haar wacht?
Of — nee, wacht eens...
Wat gebeurt daar?
De stemmige vioolmuziek maakt plots plaats voor Duitse schlagers.
En uit de schaduwen in de verte... lijkt zich iets los te maken.
Is dat niet...
...het nare kleine mannetje?

Hallo, ik ben Margriet van @bijmargrietinhuis.
Al 26 jaar samen met Elmar en moeder van Sverre (een sociale wereldontdekker van 15) en Kalle (een spring-in-’t-veld van 12).
In het werkende leven eigenaresse van onder andere de webshop houtspel.nl, in mijn vrije tijd freubelaarster, altvioliste die vaker zou moeten studeren, en Instagramverslaafde.
Ik deel ons kleurrijke Scandinavische interieur met blauwe touch graag met de wereld.
Reactie plaatsen
Reacties